fbpx
Zoekopdracht
Sluit dit zoekvak.

15 april 2024

Interview met EP-kandidaat Philip Johansson

Onze manager overheidszaken, Zoltan Kesz, interviewde een kandidaat van de Zweedse partij Pirate voor het Europees Parlement. Het gesprek was bedoeld om inzicht te krijgen in hun perspectieven op de toekomst van Europa, de strategieën die zij aanbevelen voor het aanpakken van huidige problemen, en hun standpunt over belangrijke beleidskwesties.

Wat zijn de grootste uitdagingen waarmee de EU momenteel wordt geconfronteerd?

“Het grootste probleem waarmee de EU wordt geconfronteerd, is de manier waarop de rechtsstaat en de mensenrechten worden uitgedaagd door bepaalde lidstaten en door de EU-commissie zelf, met betrekking tot kwesties als chatcontrole.

De proliferatie van illiberale politiestaten in Europa is het resultaat van de voortdurende uitbreiding van massale surveillance, waarvan de strijd mij het voornaamste politieke aandachtspunt is. Het eerste dat we moeten erkennen is dat er niet langer een onderscheid bestaat tussen massatoezicht door de staat en het bedrijfsleven; staatstoezicht vindt voornamelijk plaats via achterdeurtjes die toegang geven tot gegevens die door bedrijven zijn verzameld.

Deze bedrijven stellen op hun beurt hun voortdurende recht veilig om consumentengegevens te exploiteren door middel van toezicht en lobbyinspanningen, zoals de beleidsnota ‘Data and Consumer Privacy’ van het Consumer Choice Center, een document dat alleen overtuigend lijkt voor wetgevers zonder een achtergrond in technologie. .”

Wat is uw visie op Europa in het komende decennium?

“Mijn visie is die van een gezond Europa dat blijft doen waar het het beste in is, zoals de bescherming van burgerrechten en vooral consumentenrechten, en de voordelen die dat met zich meebrengt, niet alleen in grotere individuele vrijheid, maar ook in welvaart op de lange termijn voor het geheel. unie.

Een goed voorbeeld van hoe de concurrentie kan worden bevorderd op een manier die innovatie beschermt, is de implementatie van het gemeenschappelijke mandaat van de EU voor opladers, waarbij een orgaan voor industriële standaarden werd aangesteld om over de specifieke connector te beslissen, en het mandaat kreeg om die standaard in 2012 te wijzigen. de toekomst. Dit voorkomt de lock-in van de consument en maakt toekomstige innovatie mogelijk.

Een functionerende markt is afhankelijk van een werkelijk geïnformeerde consument die kan kiezen tussen meerdere betekenisvol verschillende producten of diensten die daadwerkelijk met elkaar concurreren. Alle marktregulering moet ernaar streven deze onderliggende omstandigheden te versterken.”

Hoe zie jij de rol van AI in de nabije toekomst? Wat vind jij ervan om dit te reguleren?

“Ik denk dat je voorzichtig moet zijn bij het reguleren van generatieve AI op een manier die de barrières voor toegang tot deze nieuwe ruimte, waar een gezonde markt met veel sterke concurrenten van cruciaal belang is, vergroot. Regelgeving over hoe generatieve AI kan worden gebruikt en hoe de producten ervan worden verspreid, is naar mijn mening onnodig. Verkeerde informatie, vervalste beelden en dergelijke zijn geen nieuwe problemen; we kunnen de middelen gebruiken die we al hebben om deze kwalen te bestrijden.

Ik denk dat de juiste regelgeving de regelgeving is die de toetredingsdrempels verlaagt, terwijl concurrentiebeperkend gedrag wordt beperkt en de controle wordt uitgeoefend op bedrijven die de monopoliestatus naderen. Voorbeelden hiervan zijn regelgeving die open source-modellen bevordert, die kunnen worden uitgevoerd op hardware van consumentenkwaliteit, in plaats van eigen cloudoplossingen.

Als we generatieve AI terzijde schuiven, zijn er ook andere soorten, zoals de systemen die ten dienste staan van massatoezicht. Omdat deze kwetsbaar zijn voor nieuwe vormen van misbruik door zowel overheden als andere machtige entiteiten, moeten deze gereguleerd worden. Ik denk dat de onlangs aangenomen AI-wet een stap in de goede richting is, maar de uitzonderingen voor wetshandhavings- en migratieautoriteiten zijn een grote teleurstelling en maken dystopische niveaus van geautomatiseerde staatsoverschrijding mogelijk. Ik ben ook sceptisch over de manier waarop de wet hoopt dat aanbieders van systemen met een hoog risico zichzelf eenvoudigweg als zodanig zullen classificeren. Het respecteren van de rechten van het individu mag geen opt-in zijn.”

Hoe profiteert Europa van vrijhandelsovereenkomsten?

“Door het simpele principe van concurrentievoordeel. Als de productie van een bepaald product bijvoorbeeld afhankelijk is van schaalvoordelen om concurrerend te kunnen zijn, kan de binnenlandse EU-markt misschien maar één zo'n bedrijf ondersteunen. Dat zou leiden tot monopolisering van de markt, tenzij we de markt vervolgens zouden kunnen uitbreiden en verdelen tussen de EU en andere bevriende economieën. Het hoofddoel van vrijhandelsovereenkomsten zou het enige moeten zijn waarvan is aangetoond dat ze daadwerkelijk kunnen worden bereikt: het vergroten van de welvaart van de betrokken partijen.

Ik ben echter niet naïef als het gaat om de risico's die vrijhandelsovereenkomsten met zich mee kunnen brengen door een te grote afhankelijkheid van importen uit landen die wellicht minder vriendelijk blijken te zijn dan aanvankelijk werd gedacht. Om maximaal te kunnen profiteren van vrijhandelsovereenkomsten moeten we ernaar streven dat de EU zelfvoorzienend is als dat nodig zou zijn. Als neveneffect zou dat ook tot binnenlandse concurrenten op belangrijke markten leiden, zodat de Europese consumenten altijd de keuze hebben tussen leveranciers voor elk goed of elke dienst die zij willen kopen.

Bovendien mogen we niet toestaan dat vrijhandelsovereenkomsten onze wetgeving ondermijnen op gebieden waar we al wereldleider zijn, of ons dwingen slechte wetten te importeren, zoals de ACTA-achtige vereisten voor intellectueel eigendom in het voorgestelde TTIP. Goed gemaakte vrijhandelsovereenkomsten maken het in plaats daarvan mogelijk dat EU-normen zelfs degenen die buiten de lidstaten wonen, beschermen.”

Veel politici praten over energiediversificatie. Wat is volgens jou de ideale oplossing?

“Het energieaanbod is sterk afhankelijk van zowel geografische als economische factoren. Mijn thuisland, Zweden, heeft een zeer gunstige ligging die de productie van grote hoeveelheden waterkracht mogelijk maakt. Niet elk land doet dat, en daarom denk ik dat het enige noodzakelijke initiatief voor overheidsuitgaven zou moeten zijn om het energienetwerk van de EU te blijven ontwikkelen, zodat degenen onder ons die gezegend zijn door de geografische ligging, anderen van groene energie kunnen voorzien. Dergelijke uitbreidingen van de energie-infrastructuur zouden voor elk land ook een groter aandeel van intermitterende groene energie mogelijk maken, aangezien het overschot zou kunnen worden verkocht op de Europese interne markt, die vanwege zijn omvang uiteraard minder gevoelig zal zijn voor grote prijsschommelingen.

Zelfs met een meer geïntegreerd elektriciteitsnet zouden we nog steeds behoefte hebben aan basislastvermogen, en hoewel ik denk dat er veel kan worden bereikt door uurtarieven en zogenaamde ‘slimme netwerken’, evenals een uitbreiding van pompwaterkracht, zouden we waarschijnlijk nog veel kernenergie nodig. Kernenergie is de enige (grotendeels) geografisch onafhankelijke, koolstofvrije energie die kan worden ingezet, maar aangezien er historisch gezien grote overheidssubsidies voor nodig zijn om concurrerend te blijven, is een minimalisering van deze subsidies over het algemeen wenselijk, maar dit kan leiden tot een afname van het gebruik van kernenergie. Dat is alleen aanvaardbaar zolang het niet leidt tot een toename van het gebruik van fossiele brandstoffen.

Belangrijk is dat we ook dringend onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen moeten verminderen, en ik geloof dat de meest effectieve manier om dat te doen is door gebruik te maken van marktkrachten bij het opleggen van financiële kosten voor de negatieve externe effecten die emissies met zich meebrengen. In andere landen zou dat kunnen worden bereikt door middel van een CO2-belasting, maar de EU gebruikt een cap-and-trade-systeem. De afwegingen tussen deze benaderingen kunnen elders worden besproken, maar in ons huidige systeem zou een verdere beperking van de toekenning van koolstofkredieten nodig zijn, ter compensatie van de uitstoot die werd veroorzaakt door de ineffectieve prijsstelling in de jaren 2010.”

Welke heeft jouw voorkeur en waarom? Innovatie versus regelgeving?

Dat is een vreemde vraag. Innovatie natuurlijk. Iedereen denkt duidelijk dat zij innovatie steunen, en de regelgeving die zij steunen is noodzakelijk, terwijl de voorgestelde regelgeving van anderen een overschrijding van de overheid is.

Consumer Choice Center lijkt bijvoorbeeld gezien te willen worden als een sterke anti-regulering, maar toch steunt u ook de regering die jaarlijks monopolierechten uitdeelt aan miljoenen bedrijven in de vorm van 
intellectueel eigendom. Patenten en auteursrecht zijn naar mijn mening de regelgeving die de grootste belemmeringen voor innovatie oplegt, en deze blijven grotendeels onbetwist. Deze concepten zijn honderden jaren geleden ontworpen en voor aanzienlijk kortere perioden toegepast, en sindsdien zijn hun reikwijdte en de lengte van hun termijnen uitgegroeid tot belachelijke proporties, ondanks het feit dat de technologie en de cultuur steeds sneller zijn geworden.

Dit omvat uiteraard ook onevenredige handhavingsmaatregelen, zoals die in de Richtlijn inzake auteursrecht in de digitale eengemaakte markt, die de rechten van burgers en consumenten terzijde schuiven ten gunste van de winstbejag door grote zakelijke rechthebbenden.

Uw samenwerking met de ECR, “The Consumer Case for Intellectual Property”, is een bizarre propagandastunt die verraadt dat wanneer de belangen van consumenten en grote bedrijven met elkaar in conflict zijn, u niet langer de kant kiest van 
met de consument.”

Waar maken uw kiezers zich zorgen over met betrekking tot de Europese Unie?

“Ik denk dat velen de EU verwarrend en ondoorzichtig vinden, wat volgens mij vooral een probleem lijkt te zijn van competente berichtgeving in de media. Ik hoop de traditie van de Pirate-partij voort te zetten, namelijk het verstrekken van transparante en begrijpelijke informatie aan zowel journalisten als burgers.

Degenen die ik in het bijzonder hoop te vertegenwoordigen, zijn degenen die het meest bezorgd zijn over het recht op privacy in een wereld van toenemende massale surveillance, en over het sturen van de EU in een richting die haar burgers beschermt, in plaats van 
verder bijdragen aan dergelijk toezicht.”

Denkt u dat het verstandig is om meer landen tot de Unie toe te laten?

“Op de lange termijn, absoluut. Het is echter noodzakelijk om na te denken over de impact ervan op het Europese politieke klimaat en op de interne markt. Als, of misschien wanneer, Oekraïne tot de EU zou toetreden, zou dat de landbouwmarkt, met de bijbehorende subsidies, in totale wanorde brengen, omdat hun opmerkelijke vermogen om graan te produceren bijna alle huidige graanproducenten in de EU zou overtreffen.

Als bijvoorbeeld Servië zou toetreden, zou de impact het sterkst gevoeld kunnen worden in de politieke dimensie, aangezien zij zich waarschijnlijk zouden aansluiten bij Polen en Hongarije, waardoor de ideologische kloof die zich al vormt nog verder zou worden verdiept. 
tussen de lidstaten, een kloof die nu al een belemmering vormt voor het vermogen van de EU om effectief te opereren.

Als dit soort uitdagingen overwonnen zouden kunnen worden, denk ik echter dat de mensen van zowel de huidige lidstaten als de nieuwe lidstaten samen veel beter af zouden zijn.”

nl_NLDutch